Over rotkreupel

Inhoud

Rotkreupel in het kort


Rotkreupel is een veelvoorkomende oorzaak van kreupelheid bij schapen. De aandoening komt voor bij de helft van de koppels schapen in Nederland (cijfers 2015). Het is zeer besmettelijk en verspreidt zich dus  gemakkelijk over de kudde. Meerdere factoren hebben invloed op het ontstaan van rotkreupel, dit maakt het moeilijk om de oorsprong van de ziekte op een bedrijf aan te wijzen. De bacterie leeft op de tussenklauwhuid van het schaap of andere hoefdieren, maar is ook in staat om tot 14 dagen buiten zijn gastheer te overleven. Als één schaap van de kudde is geïnfecteerd, dan mag er vanuit gegaan worden dat de omgeving van dit schaap ook besmet is. Dit is een groot risico voor een snelle verspreiding van de bacterie binnen een koppel schapen.

naar boven

Oorzaak van rotkreupel


Bacterie

Rotkreupel wordt veroorzaakt door de samenwerking van twee bacteriën, namelijk Fusobacterium necrophorum en Dichelobacter nodosus. F. necrophorum behoort tot de darmflora van herkauwers en is dus altijd aanwezig in de omgeving van schapen. Deze bacterie veroorzaakt alleen irritaties aan de tussenklauwhuid. D. nodosus is de werkelijke veroorzaker van rotkreupel, en wordt ook wel rotkreupel bacterie genoemd. Het is een gramnegatieve bacterie die zich alleen kan vermenigvuldigen onder anaërobe (zuurstofarme) omstandigheden. Door de irritaties die F. necrophorum veroorzaakt kan D. nodosus gemakkelijk binnendringen in de tussenklauwhuid.

naar boven

Risico factoren


Rotkreupel is een multifactoriële ziekte. Dit houdt in dat er verschillende factoren van invloed zijn bij het ontstaan of de verergering van de ziekte. Deze factoren zijn:
  1. Omgevingsfactoren: De geschiktheid van de omgeving om D. nodosus over te brengen naar een nieuwe dier;
  2. Microbiologische factoren: Virulentie (ziekmakend vermogen) van de betrokken bacteriën;
  3. Het dier: De weerstand van het schaap.

Omgevingsfactoren

Vochtige ondergrond: Door een hoge vochtigheid worden de klauwen van schapen week, waardoor de rotkreupelbacterie D. nodosus meer kans heeft om de klauw te infecteren. Het is dus van belang om de schapen zo min mogelijk op vochtige ondergrond te houden, omdat dit een uitstekende plaats is voor D. nodosus om te vermeerderen. Risico plekken zijn: rondom voer- en waterplaatsen waar de grond vochtig en vertrapt is, modderige paden en wegen, wei met lang gras en hoge dichtheid van de zode.
Weersomstandigheden: Bij warme en vochtige omstandigheden kan de rotkreupelbacterie zich makkelijker verspreiden. Na het bereiken van een temperatuur van 10° C of hoger en voldoende vocht kan de bacterie zich binnen 4 tot 5 dagen verspreiden. In een gemiddeld jaar in Nederland zijn mei, september en oktober de grootste risico periodes, omdat het weer dan warm en vochtig genoeg is voor een veelvuldige verspreiding van de rotkreupelbacterie. Dit verloop is terug te zien in onderstaande grafiek.

Microbiologische factoren

Aanwezige stam: Van de rotkreupelbacterie bestaan meer en minder virulente stammen. Bij een goedaardige stam zullen de gevolgen van rotkreupel niet erg groot zijn. De huid tussen de klauwen wordt licht aangetast. Zo’n milde stam zorgt meestal maar tijdelijk voor problemen. Een koppel kan ook besmet zijn met een kwaadaardige stam. Deze stam veroorzaakt chronische kreupelheid, langzamere groei en een verminderde lammerenproductie.

Het dier

Leeftijd en geslacht: Volwassen schapen zijn gevoeliger voor rotkreupel dan lammetjes, en rammen zijn meer gevoelig dan ooien.
Ras: Bepaalde rassen zijn gevoeliger dan andere rassen. Zo is van raszuivere Merino’s bekend dat ze gevoeliger zijn dan bijvoorbeeld kruisingen van dat ras. Wat de verschillen in gevoeligheid zijn bij rassen die in Nederland veel voorkomen is niet bekend.
Weerstand: Als het dier een verminderde weerstand heeft, is het vatbaarder voor infecties en dus ook voor rotkreupel. Een verminderde weerstand kan komen door stress van bijvoorbeeld het verplaatsen van de dieren van binnen naar buiten, verandering in groepssamenstelling, honger en dorst, aflammeren, het spenen of een  wisseling in het rantsoen. Verstrek voldoende voer van een goede kwaliteit om dit te voorkomen. Overleg met een nutritionist als vermoed wordt dat de schapen een zink tekort hebben.

naar boven

Symptomen en herkenning


Ziektebeeld

Schapen die kreupel lopen is het meest in het oog springende kenmerk van een rotkreupel besmetting. Kreupelheid kan andere oorzaken hebben, maar rotkreupel is de meest voorkomende. Voor een juiste behandeling is het belangrijk om rotkreupel te kunnen herkennen en onderscheiden van andere aandoeningen.

Score 0: Droge klauw en tussenklauwhuid (gezond!).
Score 1: Droge tussenklauwhuid met lichte roodheid.
Score 2: Ontsteking van tussenklauwhuid.
              Vanaf score 2 laten schapen (lichte) kreupelheid zien.
Score 3: Ontstoken tussenklauwhuid, loslatende zool en de typische geur van rotkreupel is te ruiken.
Score 4: Ernstig ontstoken tussenklauwhuid met loslatende hoornlaag.    

Score kaart

Voor het beoordelen in welk stadium de infectie zich bevindt is een score kaart ontwikkeld. Score 0 laat een gezonde klauw zien en score 1 een mogelijk beginnende rotkreupel (iets vochtige en rode tussenklauwhuid). Score 2, 3 en 4 laten duidelijk zien dat het een rotkreupel infectie betreft.

naar boven

Verspreiding


De rotkreupelbacterie D. nodosus verspreidt zich via dragers. Dit kunnen zowel schapen, andere dieren, voorwerpen, als de ondergrond zijn (bijvoorbeeld weide of bodem van de veekar).

Schapen en ondergrond

De bacterie wordt tussen schapen voornamelijk overgedragen via de ondergrond. Wanneer een besmet schaap op een ondergrond loopt, raakt deze ondergrond besmet en kunnen vervolgens ook andere schapen besmet worden. Dit gebeurt vooral wanneer de ondergrond vochtig is. De bacterie is in staat om tot 14 dagen buiten het schaap te overleven wanneer de omstandigheden gunstig zijn.
Het is dus de bedoeling dat besmette schapen niet in de buurt kunnen komen van gezonde schapen. Dit kan toch gebeuren wanneer een nieuw schaap wordt gekocht waarvan niet zeker is of deze besmet is, of als er geen goede afrastering is waardoor besmette schapen onbedoeld bij een gezonde kudde kunnen komen.
De rotkreupelbacterie overleeft veel langer in hoornresten dan in de grond, namelijk 2-3 maanden. Bij het bekappen van schapen is het daarom belangrijk dat de hoornresten zorgvuldig worden opgeruimd. Dit is niet altijd eenvoudig, met name als de schapen in het weiland bekapt worden. Om dit probleem op te lossen zou een klein gedeelte van het weiland afgezet kunnen worden dat vervolgens uitsluitend gebruikt wordt voor het bekappen van schapen.

Voorwerpen

Voorwerpen die in contact zijn geweest met besmette klauwen of een besmette ondergrond kunnen de bacterie ook overdragen. Hiertoe behoren onder anderen laarzen, voertuigen en hoefscharen. Dit geldt ook voor bezoekers die met hun eigen laarzen of voertuigen op het bedrijf komen. Zij kunnen een nieuwe infectie op het bedrijf introduceren. Het is dus heel belangrijk dat u bezoekers altijd schoeisel van uw eigen bedrijf laat dragen.                                                                                                                                    

Anderen dieren

Alle hoefdieren kunnen de rotkreupelbacterie bij zich dragen. Een perceel waar binnen 14 dagen vóór het beweiden van de schapen besmet rundvee heeft gelopen, kan dus een risico vormen voor besmetting van de koppel schapen. Via besmette wilde herten of reeën kan de infectie in theorie ook overgedragen worden.

naar boven

 
 
       

NSFO
Postbus 160
5300 AD Zaltbommel
T: 0418-561712
E: kantoor@nsfo.nl

NSFO is een professionele organisatie voor schapen- en geitenfokkers:
  • Registreren van schapen en geiten en hun afstamming
  • Prestatieonderzoeken
  • Fokwaardeberekening
  • Bloed- en DNA onderzoeken van schapen en geiten
  • Afgifte van diergezondheidscertificaten

  • NSFO
    staat ingeschreven
    bij de Kamer van koophandel
    onder nummer 08108352

    Disclaimer